Hoe meer ik de mensen leer kennen, hoe meer ik van mijn hond houd - Michel Eyquem de Montaigne

Opvoeding van een pup

Belonen ipv straffen

opvoedingOpvoeden doe je vanaf dag één.Pups leren heel snel. Daarom is het heel belangrijk dat je onmiddellijk met de opvoeding begint. Geen enkele pup kan leren zonder hulp, dus is het aan u om hem vanaf de eerste dag het gewenste gedrag aan te leren. Voor sommige hondenrassen is een hondenschool aangewezen.  Hier volgen enkele belangrijke opvoedingstips voor uw pup:

Opvoedingstip 1 : beloon gewenst gedrag.
Dit hoeft niet altijd iets lekkers te zijn, maar kan ook in de vorm van uitbundig prijzen. De timing van de beloning is van essentieel belang. De beloning moet binnen 2 of 3 seconden worden gegeven, anders associeert de pup de beloning met ander gedrag dan dat wat u wilde belonen.

Opvoedingstip 2: voorkom slecht gedrag
Geef geen oude schoen om op te kauwen; een pup kan het onderscheid oude en nieuwe schoen niet maken! Maak duidelijk onderscheid in waar wel op gekauwd mag worden en waarop niet.

Opvoedingstip 3: Negeer slecht gedrag
Voorbeeld: Als de hond bij u opspringt negeer hem dan volkomen! Dit vindt de hond vreselijk! Pas als hij netjes met 4 poten op de grond zit begroet u de pup. Indien nodig onderbreken Sommige gedragingen zijn zo slecht of mogelijk gevaarlijk dat u in moet grijpen. U kunt het gedrag onderbreken met een ferm ‘nee!’. Dit betekent niet dat u naar de pup moet schreeuwen; hij weet immers niet dat hij fout bezig is! Onderbreek het gedrag met een geluid en zorg dat u de aandacht krijgt van de pup. Beloon de pup als hij stopt en naar u luistert.
Straffen en belonen kan je doen met de stem: honden reageren meer op intonatie dan op de woorden. Met een lage, korte stem commandeert u; AF! -ZIT - BLIJF - FOEI. Met een hoge, langgerekte stem beloont u; Braaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaf - goed zooooooooo! Met een hoge stem zeggen: “foei hoor, dat mag je niet doen!” heeft een averechts effect. De hond zal gaan kwispelen en denken dat hij braaf is.

Opvoedingstip 4: wees consequent
U krijgt een hechtere band met u pup als u de basisregels voor gedrag snel duidelijk maakt. Een hond denkt altijd in rangorde; dit is hem van nature meegegeven. Heel belangrijk is dan ook dat u, maar ook eventueel de rest van de gezinsleden, bovenaan in rangorde staan. Dit bereikt u door strikt te zijn omtrent de volgende factoren:

  • Eten:
    Laat de hond nooit met u mee-eten en geef de hond altijd eten nadat u heeft gegeten.
  • Spelen:
    U bepaalt altijd wanneer er gespeeld wordt en wanneer het spel afgelopen is. Wat erg goed werkt is een paar speeltjes speciaal te houden door ze na het spel ook echt op te ruimen, waar de pup niet bij kan. U bent over deze speeltjes de baas!
  • Slapen:
    Laat de hond nooit in dezelfde ruimte slapen als u of iemand van het gezin.
  • Aandacht:
    Laat nooit toe dat de hond aandacht komt vragen, u bepaalt wanneer er wordt geknuffeld.
  • Vooruit denken:
    Wat nu leuk is, kan een heel stuk minder leuk zijn als de hond groot is geworden. Een pup is leuk om nu op schoot te hebben, maar als hij straks 40 kg weegt en op schoot springt,…! Uw pup zal er echt niets van snappen als hij in een keer niet meer op de bank mag. Naarmate de pup ouder wordt, met name na 6 maanden leeftijd, zal u merken dat u strenger moet zijn en uw autoriteit meer moet laten gelden.

shih-tzu.jpgSiberischeHusky.jpgSint-Bernard.jpgteckel.jpgTibetaanseTerrier.jpgVolwassenHond.jpgVolwassenHond1.jpgWeimaraner.jpgwestie.jpgyorkshire.jpgzindelijkheidstraining.jpgzindelijkheidstraining1.jpg